In essentie is het opmeten van de lengte van een schroef geen ingewikkelde aangelegenheid. Rolmaat of liniaal erbij en opmeten maar. Toch kan dit tot verwarring leiden bij het personeel in de bouwmarkt of bij webshops zoals de onze. Bij lang niet alle schroeven hebben we het bij de lengte namelijk over de volledige lengte. Hoe dat precies zit? Dat gaan we je haarfijn uitleggen.
Met of zonder schroefkop?
Schroeven zijn vaak een nagedachte bij het monteren van materialen of het in elkaar zetten van diverse soorten constructies. Toch spelen ze een cruciale rol en is het bijzonder belangrijk om de juiste lengte te kiezen. Het laatste dat je wilt is dat de constructie instabiel is of, in het ergste geval, uit elkaar valt. Dit kan leiden tot schade en zelfs tot letsel. Het kiezen van de juiste schroef en de juiste lengte is dus van het grootste belang.
Als vakmensen het hebben over de lengte van een schroef, dan hebben ze het over het gedeelte van de schroef in het materiaal geschroefd gaat worden. Hierdoor ontstaan er twee verschillende meetmethodes en de vorm van de kop bepaalt hoe je de schroeflengte op moet meten.
Vlakkop
Heb je schroeven met een verzonken kop, dan meet je de volledige lengte van de schroef. Dus inclusief de kop. Die kop komt verzonken in het materiaal te liggen, waardoor hij dus onderdeel uitmaakt van de lengte die het materiaal in gaat.
Bolkop, tellerkop of zeskantekop
Heb je te maken met een bolkop, tellerkop of bijvoorbeeld een zeskantekop? Dan meet je de lengte vanaf de onderkant van de schroefkop tot aan de punt van de schroef. De schroefkop komt in deze gevallen namelijk niet in het materiaal, maar zit er bovenop.
Waarom de juiste lengte?
Of je nu gebruikmaakt van schroeven met een vlakkop, bolkop, tellerkop, zeskantekop of andere soort schroefkop: het kiezen van de juiste lengte is essentieel voor de duurzaamheid van jouw project. Zo kan een te lange schroef uitsteken en de onderliggende materialen beschadigen. Een te korte schroef, daarentegen, zal mogelijk niet de juiste grip bieden.
